Jonge Harten is over en ik voel me meteen oud. Vooral nu de verantwoordelijkheden van het leven zich weer aan me op dringen. Werken, teksten lezen en essays schrijven over moeilijke dingen die alleen mijn docenten boeien… Bij Jonge Harten ging het tenminste ergens over. Klimaat problematiek, (on)mannelijkheid, hoe het is om vluchteling te zijn, allemaal belangrijke dingen. Maar misschien nóg belangrijker is dat er lol te beleven viel. Voornamelijk in het festivalhart met gekke drankjes en karaoke, maar ook tijdens de laatste party in het Grand Theatre. Uit nostalgie blik ik nog één keer terug. En ik vraag me af: was die laatste party, CLASH x Jonge Harten, ook theater?
Bij een feest denkt men gewoonlijk aan harde muziek (DJ’s) en (overtollig) alcoholgebruik. Bij CLASH was dan ook nog live muziek van Sun Mass, die tevens een trippy art installatie hadden gemaakt. Ook niet geheel ongebruikelijk op een party. Maar wat als ik zei dat er ook een mode show was en iets genaamd een ‘Vogueing Workshop’. Dat is toch waar de grenzen tussen feest en theater voor mij vervagen.
Na er achter te komen wat Vogueing is leek de Vogueing Ballroom Workshop niet iets voor mij. Ik was dan ook niet heel teleurgesteld toen mijn voorstelling vóór CLASH iets uitliep, en ik daardoor de workshop miste. Vogueing is een soort combinatie tussen dans en poseren als een model. Geen kwaliteiten die me op het lijf zijn geschreven. Terwijl ik houterig op house stond te dansen deden de twee mannen van de workshop, Rae Parnell en Orlando Haynes, een vogue performance. En ik moet zeggen, het was pittig fabulous. Interessant was dat het publiek aan het dansen was, en toen ineens ook naar dansen aan het kijken was. Was dit participatie theater?
Niet veel later werd de catwalk overgenomen door een drietal modeshows. Normaal snap ik modeshows niet: mensen die een beetje zitten te kijken naar hoe andere mensen rare kleren dragen. Maar dit keer was het een welkome afleiding tijdens het dansen. In plaats van visuals op een scherm kregen we live performances. Het thema van de modeshow leek vooral global warming te zijn. De eerste deed me denken aan dode bomen, terwijl de tweede ging over “een plastic zak in de oceaan”. Eindelijk snapte ik waarom de kleren op modeshows nooit functioneel zijn: ze dragen een boodschap uit. Ik had geen idee.
De live performance in de bovenzaal kan ik het beste omschrijven als elektronische muziek met oosters klinkende zang. Het bood een kans om even van de feest-chaos te ontsnappen en tot rust te komen. Op het gehele feest voelde dit nog het meest als theater voor mij. Het publiek zat, keek toe, terwijl de performance op het podium plaatsvond. Hoewel ik dit erg kon waarderen voelde het tevens het minste als party.
Even later was ik dan ook op de dansvloer in de foyer te vinden. Hier draaide het puur om de DJ en het dansende publiek. Mijn idee van een party. Behalve dat het naar mijn mening (en die van DJ Fafi) niet lang genoeg doorging. Maar met de boodschap dat het klaar was, werd ook geroepen “wij gaan nog even verder in OOST.” In OOST voelde ik mezelf verdwijnen in het publiek, maar niet zoals bij CLASH. Bij CLASH voelde het alsof ik deelnam aan het publiek. Ik kan het niet uitleggen… maar dat is voor mij theater.
En nu moet ik echt verder met mijn leven.
Choose your battles