Bij de opening van Jonge Harten 2021 gaf directeur Karlijn Benthem ook het woord aan verschillende stemmen. Omdat wij geloven in meerstemmigheid en het tijd wordt om daar naar te luisteren. Dat we elkaar en onszelf juist moeten tegenspreken, want alle stemmen gelden. Omdat niet iedereen in de zaal kon zitten en we toch graag deze stemmen aan iedereen laten horen, lees je hieronder het verhaal van Sander.
Ik denk dat er in de geschiedenis van de cito-toets geen toets zo slecht gemaakt is als mijn cito-toets. Ik heb namelijk geen vraag gelezen. Antwoord kon je geven door rondjes in te kleuren. Als de meester streepjes had getrokken tussen mijn ingekleurde rondjes was er een prachtig figuur ontstaan. Ik denk dat bijna alle vragen fout geweest zijn.
Mijn moeder had een gesprek met de meester over naar welk niveau ik moest gaan. Gelukkig was daar nog de eindmusical.
Ik stond op het podium met een plankje in mijn hand, twee zwembandjes om, een net te kleine zwembroek, 12 jaar en de baard in de keel. Met alles wat ik in mij had zong ik ‘watervrees, wa wa wa watervrees, normaal ben ik geen zenuwpees, maar als ik water zie dan klim ik 1,2,3 met mijn kleren aan, boven op de maan ie oeee poepieoeeee’ en ik straalde!
Mijn klasgenootjes vergaten de tekst en ik hielp ze, een ander klasgenootje durfde niet en ik nam de rol over. Ik improviseerde en ik kon groeien. Na de musical heeft mijn meester gedacht ‘komt goed, gewoon naar de mavo’. Hier werd pas gezien wat mijn talent was!
Mijn vraag aan alle basisschooldirecteuren in ons land: ‘waarom pas een musical in groep 8’?
De middelbare school was moeilijk. Doordeweeks was het overleven, ik leefde voor het weekend. In het weekend had ik de Jeugdtheaterschool. Hier werd ik gezien, hier wist ik mijn tekst, hier deed ik ertoe. Maar man wat was die toets op woensdag moeilijk en wat duurde het weer lang tot het weekend was. We hadden wel muziek en ook beeldend op school, maar waar waren vakken als dans en theater?
Voor het mbo deed ik de opleiding SCW-theater. Eindelijk doen wat ik echt wilde. In mijn eerste jaar had ik het moeilijk met mezelf. Praktijkvakken gingen goed echter voor de theorie toetsen had ik te weinig punten en ik zat mezelf met gedrag in de weg. Aan het einde van het jaar had ik een gesprek met de docent en mijn moeder. Ik moest de opleiding verlaten. Als opstandige puber riep ik ‘denk maar niet dat ik kom smeken om terug te komen, ik kom er wel. Ik red mij wel in de theaterwereld’
‘Dat is jammer’ zei de docent ‘we wilden je net vragen of je het eerste jaar opnieuw wilde doen’? Ik deed er toch toe en ik voelde me gezien!
Toen ik auditie deed voor de opleiding Docent Theater zag ik het gebouw. Het gebouw waarvan ik als kindje ooit in de auto eens aan mijn vader had gevraagd wat voor gebouw het was. ‘Daar komen mensen die heel goed kunnen leren had mijn vader geantwoord’. Ik had dit toen ingevuld als daar kom ik nooit. Toch wel. Ik werd aangenomen bij de audities en daar was ik. Ik was op de school van de slimme kinderen en deed wat me lief was.
Nu ben ik docent Theater en geef ik het vak drama op het havo/vwo.
Mijn betoog is voor de meerwaarde van de kunstvakken in het onderwijs. Leerlingen die creatief zijn kunnen stralen binnen de kunstvakken en leerlingen die niet creatief zijn mogen ervaren dat ze hier hun leerdoelen hebben.
Ik pleit voor structureel meer kunstvakken binnen het onderwijs!
Mijn naam is Sander Kalsbeek en ik ben theaterdocent op het Hogeland College te Warffum.
Choose your battles