Future is coming. Dat was het overkoepelende thema van het Jonge Harten Theaterfestival dit jaar. Het verwijst zowel naar de (jonge) makers die op het festival jaarlijks een podium krijgen, als naar de onderwerpen waar zij mee ‘dealen’. Jonge Harten wil dat makers en bezoekers hun stem kunnen laten horen. Het festival gelooft in een betere toekomst door de nieuwe generatie door middel van theater bij elkaar te brengen. Nogal een missie.
Karlijn Benthem, de nieuwe directeur van het Groningse podiumkunstenfestival, benoemde in haar openingswoord dat het enige goede dat de pandemie heeft opgeleverd is dat we alles niet meer als vanzelfsprekend zien. Vanzelfsprekend was het zeer zeker niet dat het festival door kon gaan. Vanzelfsprekend is het niet dat je in een zaal vol jonge mensen grote taboes bespreekbaar maakt. Vanzelfsprekend is het niet dat je elke dag vol energie de toekomst in kijkt.
Er is hoop en plezier, maar uit de voorstellingen die ik heb kunnen zien tijdens Jonge Harten, spreekt ook angst en twijfel bij de makers van de ‘nieuwe generatie’. De meest indringende is die van theatermaker Jozefien Mombaerts (KOPERGIETERY en KGbe). Mombaerts schreef een tekst en koos ervoor daar zelf mee op scène te staan en toont zich zo uiterst kwetsbaar. Ze gunt ons een blik in haar hoofd (of dat van haar personage?) – waar een ongelofelijke wil is om te leven, maar waar het levensplezier niet gevonden wordt.
Mombaerts maakt ons deelgenoot van gedachten aan suïcide. Ze houdt een ‘pleidooi voor zelfmoord’ (tevens de – gewaagde – titel van de voorstelling). Mombaerts benadrukt dat bij wat ze vertelt feit en fictie continu gemengd worden. Dit is zo nu en dan klip en klaar, zoals bij de opsomming van de statistische gegevens over zelfdoding (elke drie seconden ontneemt ergens iemand zichzelf het leven). Op andere momenten vraag je je af of Mombaerts nu haar eigen verhaal vertelt, of dat van iemand anders, of zelfs dat van vele anderen. Gesteund door muzikant Joeri Cnapelinckx zingt ze ook: “dit is de stem van velen”.
En dat maakt de voorstelling krachtig én dragelijk tegelijk. Waar we vaak een behoefte hebben aan ‘echt’, blijkt het theater weer eens de plek waar juist het ‘alsof’ ruimte biedt, lucht schept. Juist dat schemergebied waarin er wel écht live contact is, maar de verbeelding aan het woord is, wordt het aankaarten van zo’n groot taboe als zelfdoding, mogelijk. Benthem zei al zo mooi: “zonder verbeelding kunnen we ons letterlijk niets meer voorstellen.” Andersom geldt dat ook: dankzij verbeelding, kunnen we ons iets voorstellen.
In het Grand Theatre is het zaallicht bij binnenkomst en gedurende het grootste deel van de voorstelling aan. Mombaerts en Cnapelinckx zoeken contact met ons, de (overwegend) jonge mensen in de zaal, en slagen daar in. Met haar beheerste en breekbare spel omarmt Mombaerts ons. In haar verbeelding bestaat een huis voor ‘de vrijwillige dood’, waar je zelf kunt kiezen wanneer jouw einde aangebroken is. Het is niet alleen een plek om gelukkig te zijn, maar waar ook ongelukkigheid mag bestaan.
Mombaerts en Cnapelinckx geven een stem aan hen die doorgaans niet op een podium te zien zijn, eerder weggestopt worden in onze maatschappij. Terwijl ze het verdienen dat er naar hen geluisterd wordt, dat er begrip is voor hun omstandigheden. Deze voorstelling brengt ons ruimte voor nuance en begrip in plaats van oordelen. Mombaerts maakt ons ook duidelijk: je hebt elke dag een keuze. Als je niet kiest voor de dood, kies je voor het leven. Het is niet altijd makkelijk, maar je hebt zelf invloed op de toekomst. Dat staat in gouden letters in mijn hoofd geprent na mijn bezoek aan het Jonge Harten Festival.
Choose your battles