Openingswoord door Karlijn Benthem - Jonge Harten

Openingswoord door Karlijn Benthem

Knelis

Door: Karlijn Benthem

Wij willen graag van ons laten horen.
En we willen graag luisteren.
En ja, ik spreek mezelf graag tegen.

Mijn naam is Karlijn Benthem, met trots directeur van Jonge Harten festival.
Wat ben ik blij jullie te zien, dank dat we samen met jullie deze bijzonder editie van Jonge Harten festival 2021 mogen openen. Jullie hadden ook thuis kunnen blijven en deden dat niet. 

Mijn eerste editie, die ik met een helden team heb mogen vormgeven. Wat een eer dit festival in handen te hebben om op onze manier bij te dragen aan een toekomst waarin de verbeelding een essentiële en onmisbare rol speelt. 

Want stel je toch eens voor…… over zo een jaar of vijftig. Hoe kijken we dan terug naar deze tijd? Hebben we heimwee, zijn we trots dat we de goede afslagen hebben genomen, of hebben we spijt? Spijt van al die dingen die we wel of juist niet hebben gedaan. 

Een goede en dierbare vriend en sinds dit voorjaar curator van dit festival zei in de nacht dat Trump werd gekozen: Ik ben bang dat het eerst slechter moet worden voor het beter wordt. En ik geloof hem. Nog steeds. Altijd eigenlijk. 

In het hier en nu lijken jaren lang maar in een eeuwigheid zijn het zandkorrels. Mijn zoon van vier noemt alles wat voor vandaag gebeurde, vroeger. Gister is vroeger. Wat heerlijk is want dan lijken sommige dingen al heel lang geleden. Zoals Rutte de 1,5 meter regel vorige week, iets van vroeger noemde. 

Maar dat is geen vroeger, dat was pas net en we zijn er allemaal nog aan aan het wennen. Gelukkig maar. Het enige goede wat de pandemie ons heeft opgeleverd is dat we niet alles meer voor vanzelfsprekend aannemen. 

Vorige week vrijdag precies op dit tijdstip zaten er zo’n vijftien mensen met pizza en een heuse corona bingokaart naar de corona persconferentie te kijken.

We haalden adem, lieten tranen, zongen karaoke (ik ook)… namen ons verlies en telde onze winst. Binnen een week werd dit festival met een team met een gemiddelde leeftijd van 23 jaar zo omgebouwd dat het toch door kan gaan. 

Ik had al veel vertrouwen in jonge mensen, en dat is weer eens terecht gebleken. Jonge mensen zijn wijs, en wijzen vaak de weg, het enige dat wij volwassenen moet doen is het willen horen. 

En eindelijk lijkt het erop dat de verbeelding serieus genomen wordt; de theaters mogen openblijven. Laat dit een voorbode zijn van een kanteling naar waardering voor de kunsten die zo terecht zou zijn. Want zonder deze verbeelding kunnen we ons letterlijk niets meer voorstellen. 

Stel je eens voor dat we het ergste hebben gehad, en dat het vanaf nu beter wordt…corona, racisme, genderongelijkheid, opwarming van de aarde, oorlog… 

En stel je eens voor dat we overnieuw zouden beginnen als mensen, welk systeem zouden we dan zeker anders vormgeven? Onderwijs? Het kapitalisme? Het feit dat je land niet kunt bezitten omdat de aarde simpelweg van iedereen is, of juist van niemand? 

En stel je eens voor dat dit festival gewoon volledig zou zijn doorgegaan, dan hadden we tot diep in de nacht gedanst en had ik als directeur spijt gehad van de keuze om een openingsfeest te geven in plaats van een slotfeest, want met zo een kater nog negen dagen volle bak aan het werk is niet leuk. Maar een openingsfeest was het idee, om samen met CLASH en met jullie te vieren dat de wereld weer open zou zijn. En natuurlijk wisten ook wij dat dat eigenlijk gekkenwerk was, maar Niels wat was het een feest an sich om met jou dat feest vorm te geven, al was het maar in ons hoofd, om hoop te houden en om te blijven denken in mogelijkheden. Om jullie daarvoor uit te nodigen, een feest te cancellen en dat jullie hier dan toch zitten. Om te vieren wat er wel kan. 

Omdat dat denk ik de uitweg is, om je altijd de vraag te stellen: waar liggen de mogelijkheden. Wat kan er wel? In plaats van wat kan er niet. Met daarin natuurlijk het bewustzijn dat dat een privilege is om zo te kunnen denken, want in een overlevingssituatie is het enige wat je doet ademhalen en kan je niet nadenken over of er wel genoeg zuurstof is voor het uur daarna, of je buurman of buurvrouw. 

Luuk, onze creatief producent neemt na deze editie afscheid van dit festival.Met pijn in zijn hart denk ik. In zijn laatste weken heeft mij soms gehaat maar ook geliefd om de vraag: Is deze Nee echt een Nee of kan het nog een ja worden? En dan: wat heb je nodig om er aan ja van te maken? En hij maakte van heel veel Nee’s toch een Ja. Lieve Luuk, ik wens jou een ongelooflijk fijne laatste editie. 

En zo namen er nog meer mensen afscheid dit jaar, van dierbaren, van vrijheden en ook van dit festival. Zoals bij elk afscheid maakt het plaats voor nieuwe dingen. Ik beloof dan ook dat ik dit lang genoeg ga doen om te kunnen bouwen en op tijd weg ga om weer plaats te maken. 

Er zijn er een hier vanavond een heel aantal. Veel dank voor de geschiedenis van dit festival, want op een geschiedenis kun je doorbouwen en dat ga ik met ongelooflijk veel liefde en een bak ambitie en een team vol jong en oud talent doen. 

En dan nu, deze editie. Future is coming. Vroeger dacht ik dat de toekomst iets was dat ver weg lag. Iets dat alleen in mijn verbeelding bestond. Toen ik 8 was heb ik een tekenwedstrijd gewonnen met twee planeten hangend in de lucht waarvan er 1 ontploft was en wij als mensen naar een tweede waren verhuisd. Hoe weinig vertrouwen ik blijkbaar had in de mensheid, zoveel vertrouwen kreeg ik van mijn vader en moeder. Ik wilde altijd alles net iets anders, en nooit is me dat door hen verboden, ook in mijn liefdesleven ontmoette ik een man die naast mij staat ook al pas ik soms niet in een plaatje. Dank Mats. Ook in mijn werkende leven ontmoette ik de juiste en genoeg mensen die vertrouwden op dat ik iets kan, waardoor ik hier durf te staan. Nu. Veel zijn hier vanavond aanwezig, waarvoor dank. En ook dank aan mijn bestuur…. dat ze vonden dat ik dit mocht proberen. Vertrouwen en mogen proberen zijn wat mij betreft de bouwstenen van het festival richting jonge makers en publiek. Kom dat alsjeblieft bij ons doen de komende jaren. En veel op je bek gaan, en dan terugkijken en het nog een keer doen. 

Zo een rotsvast vertrouwen in jouw kunnen, in jouw bestaan, in jouw vermogen om te creëren dat is goud waard. 

Wat als je dat niet hebt,
Wat als er geen vertrouwen is dat jij iets zou kunnen
Wat als je wacht en wacht en dat het maar niet lijkt te gebeuren
Wat als je heel hard schreeuwt maar niemand je wil horen.
Wat als je wordt gezegd je mond te houden over iets dat jou jou maakt omdat de wereld dat niet aan zou kunnen, dat wat jij bent.
Wat als jouw hoofd anders werkt dan ‘het gemiddelde’ en dat je daardoor verkeerd wordt begrepen.
Wat als je zelf niet weet waar je wortels liggen en je jezelf pas echt leert kennen als je begint te graven maar niemand je ooit een schep kado deed.
Wat als je niet in een hokje past
Wat als je daar toch in wordt gestopt.
Wat als de toekomst vroeger beter was
Wat als de geschiedenis ons laat zien dat het ook nog het erger kan.
Wat als we daar niets leren
Wat als je opgroeit midden in een pandemie
Wat als je weet dat dat misschien niet eens het ergste is dat je gaat overkomen Wat als je weet dat we niet meer terug kunnen, maar vooruit ook ineens onzeker voelt.
Wat als we gaan luisteren naar dat wat nodig is.
Wat als we zonder oordeel zouden luisteren naar een ander,
en vooral ook naar onszelf. 

In die stem, die je uitspreekt om te twijfelen om te durven denken wat je eigenlijk niet denkt. want ‘zo ben jij niet’. Zit niet net daar het verschil. 

Als ik met een groep, liefst jongeren werk, begin ik met de vraag of zij mijn verhaal willen maken. Hoe oud denken jullie dat ik ben? Wat voor werk doe ik? Hoe ziet mijn huis eruit? Wie wonen daar nog meer? En wat kan ik goed? Wat is mijn grootste geheim? Waar ben ik bang voor? En ze doen dat, ze maken verhalen alsof hun leven ervan afhangt. Omdat dat zo is, ons leven hangt er van af, ons verhaal kloppend maken. Met meestal ergens halverwege de vraag: mogen we dit echt allemaal zeggen juf? Vaak bij de vraag wie woont er nog meer in mijn huis, of dat geheim, daar wordt het namelijk spannend omdat ze bang zijn mij te kwetsen. Ze denken dat ik denk dat zij een oordeel over mij geven, terwijl in werkelijkheid zijn zij het die zich blootgeven en weet ik daarna meer over hen dan zij over mij. 

The Culture Couselor (deze week bij ons te gast) verwoordt het zo dat je de personages in jouw leven zoekt die jouw verhaal bevestigen, de ‘anderen’ moeten op je pad komen en als je geluk hebt krijg je tools in handen om je narratief te veranderen. Zelf. Door dat je op jezelf kan vertrouwen. 

Laten we dat narratief veranderen, zelf en met elkaar. Door te luisteren en te handelen. Want het een is niet zoveel waard zonder het andere. Luisteren zonder handelen niet en handelen zonder te luisteren niet 

Nu leven we er in. In een scenario dat we toen dachten dat ons dat nooit zou overkomen. Een verhaal dat ons niet past, waarin de personage soms niet bekend voorkomen. Precies daar, daar is ruimte om te veranderen. 

Ik ben zo ongelooflijk trots om met een team te hebben gewerkt aan een prachtig, noodzakelijk festival. We gaan het verhaal herschrijven. Met jullie, met de makers, met ons publiek. Want het leven krijg je niet, dat maak je.

Ga iets zien waarvan je nog niet wist dat je er van houdt, ga iets ervaren waarvan je nog niets wist dat je er op zat te wachten, ga iemand ontmoeten waarvan je nog niet wist dat je erop leek, ga vooral je eigen gang en luister niet naar mij. Luister vooral naar jezelf en elkaar. 

Daarvoor geef ik graag het woord aan verschillende stemmen omdat wij geloven in meerstemmigheid en het tijd wordt om daar naar te luisteren. Dat we elkaar en onszelf juist moeten tegenspreken, want alle stemmen gelden.

Graag vraag ik onze sprekers om van zich te laten horen. 

 

Join the Jonge Harten family

Become a crew member at Jonge Harten

Stay with the trouble